Het is alweer 2 november. De vogeltrek komt ten einde. De winterrust gaat z’n intrede doen.
Twitch and Go
Twitchen: een spannende ontspanning. Berekenend vogelskijken. Inzicht, doorzettingsvermogen, winst & verlies, focus, kiezen, besluiten, plan, do, check, act. En dat allemaal buiten, door stad en land, in weer en wind. Veel leesvermaak toegewenst!
maandag 4 november 2024
Houtduiven en Kepen in Zuid Limburg
maandag 13 mei 2024
Essenprachtblindwants
Dinsdagavond was ik aanwezig bij een condoleance-moment, hiervoor was ik in een kerk te Edam.
Vervolgens reed ik naar Zoetermeer om in de Nieuwe Driemanspolder te kijken naar een Roodkopklauwier.
Donderdag werd verrassend genoeg een Izabeltapuit gemeld in de polders rondom Wageningen. Inmiddels heb ik een mooie verzameling aan najaars gevallen, maar een exemplaar in het voorjaar ontbrak (zeker) nog.
Zo kwam het dat ik in de middag in Wageningen was en de Izabeltapuit
erg leuk kon bekijken.
Nu ik toch al een eindje richting het zuiden was, bedacht ik om maar meteen een stukje door te rijden naar Vaals, om daar Iberische Tjiftjaf waar te nemen. Dit beestje zit er al behoorlijk wat weken. Ik had stiekem de hoop dat er eentje dichter in de buurt zou zitten, maar dat wachten begon nu toch wel een beetje lang te duren. Tegen 17.00 uur parkeerde ik de auto in het Vijlenerbos, alwaar ik direct de Iberische Tjiftjaf hoorde fluiten.
Ik maakte nog een rondje door het bos en verliet deze Limburgse heuvel uiteindelijk met Iberische Tjiftjaf, Fluiten en Kortsnavelboomkruiper.
Het leek me leuk de avond door te brengen langs de geul, om hier opzoek te gaan naar Wantsen enzo.
Ik parkeerde de auto nabij Camping Het Zinkviooltje, trok m’n laarzen aan en ging met paraplu, loepje en fototoestel oppad. Dit werd geen onverdienstelijke ronde.
In een paar uurtjes vond ik Schaakbordlieveheersbeestje, Smalle randwants, Mendicabeer, Gewone rookwants, Groenedistelschildpadtor, Roodstipbasterdweekschild.
Als (enorm) hoogte punt klopt ik uit een Esdoorn de zeer (zeer) zeldzame Essenprachtblindwants. Het wantsje deed zeker z’n naam eer aan. Het was een centimeter of 2 lang, prachtig licht groen, met wat zwartige en gelige streping. Z’n pootjes waren net zo mooi licht groen tot gelig, met lichtrood-achtige dijen.
Van te voren had ik een halve Limburge rijstenvlaai gekocht. Eenmaal terug bij de auto at ik die lekker op, waarna ik de rit terug naar Amsterdam inzette.
Kuifkoekoek
Zag ik gisteren de zon opkomen bij de Ketelbrug, om er een leuke teldag van te maken, vandaag maakte ik het ochtendgloren samen met Donny mee op de Maasvlakte.
Om 05.00uur waren we vanuit Breukelen weggereden. De auto
was weer goed gevuld, met thermofles, bekers, brood, koek en banaan: daar
gingen we de dag wel mee doorkomen.
We struinden de stuifdijken af en zagen zwartkoppen,
grasmussen, nachtegalen en voor het gevoel echt veel braamsluipers. Het was een
prachtige windstille zonnige ochtend.
De spaarzame bossages die op de vlakte nog over zijn waren
ook goed gevuld met bijvoorbeeld koekoek, geringde tuinfluiter en weer
zwartkoppen en braamsluipers.
We babbelden ondertussen gezellig over Donny’s vakantie naar Roemenië; 12 uur eerder was hij pas thuisgekomen en zonder de tas uit te pakken alweer op pad gegaan.
Rond 12.30 kregen we de melding dat “de Kuifkoek van Texel”
die ochtend weer gezien was. Deze Kuifkoekoek was vrijdag gevonden, zaterdag
niet gezien en nu dus wel weer.
De gedachte om naar het eiland te rijden ging even door ons
heen, maar we zetten het ook snel weer van ons af. “Stel dat hij teruggevonden
wordt, dan denken we er nog wel even over”, was de conclusie.
Een kwartier later was het beest alweer gevonden. Op dat
moment zaten we in de auto, opweg naar de volgende locatie op de Maasvlakte. We
keken elkaar kort aan, overlegden even en gingen vol gas naar Den Helder, om de
boot van 15.00uur te halen. Na een relaxt ritje, met hier en daar wat
scheldwoorden naar de overige weggebruikers, kwamen we 2 minuten voor 15.00uur
aan en gingen als laatsten de boot op.
Op de boot kochten we een broodje en aten deze bij het buitendek op.
Eenmaal op het eiland reden we zo snel als mogelijk naar de juiste parkeerplaats en…ondertussen werd gemeld dat de Kuifkoekoek zichtbaar was. Alles leek dus goed te gaan.
Vanaf de parkeerplaats renden we over het fietspad zo’n 500 meter naar een bepaald duintje, om het gebied te overzien. Natuurlijk enigszins buitenadem stelden we direct onze telescopen op en informeerden bij de andere waarnemers naar de actuele situatie. Het kwam erop neer dat de vogel 20 minuten geleden gezien was (zoals ook gepiept was), maar niemand van de 12 man die er stonden was hier getuige van. Apart…maar waar.
De afstand tot het gebied waar de vogel zou zitten was “aanzienlijk, maar niet onoverkomelijk”. (Eigenlijk viel het allemaal wel mee). We hadden tegenlicht…maar ook dat weer hield ons er niet van om geconcentreerd te zoeken. De groep aanwezige zoekers werd kleiner en kleiner. Totdat Donny en ik overbleven. Onze missie was: “vind de Kuifkoekoek en we gaan niet eerder weg dan dat we hem hebben gezien”.
Een uur verstreek, ander half uur ging voorbij en het tweede uur brak aan. Zo stonden we uur na uur te speuren…totdat we de vogel uiteindelijk op het gras zagen rondscharrelen. Met een enthousiaste “high five” vierden we dit momentje en piepten de waarneming door, zodat anderen in de gelegenheid waren ervoor te kiezen om als nog even langs te komen. Dat gebeurde ook en binnen korte tijd stonden er weer allemaal vogelaars om ons heen.
De rest van de avond ging voorbij onder een wolkeloze hemel en met een mooi ondergaand zonnetje.
Het plannetje om nog even langs Morinelplevieren te gaan,
lieten we schieten om wat langer naar de prachtige Kuifkoekoek te kunnen
kijken.
Wel kregen we opeens behoorlijke haast, om de laatste boot
terug naar Den Helder te halen. Ik had in gedachten dat dit om 22.00uur zou
zijn, alleen bleek dat 21.00uur. Rennend kwamen we in de middag bij de
Kuifkoekoek aan en rennend gingen we er nu ook weer weg. Kwamen we ’s middags na
een snelle rit 2 minuten voordat de boot vertrok aan, vanaf de Maasvlakte. Nu
kwamen we 2 minuten aan voordat (onze) laatste boot vertrok.
maandag 6 mei 2024
4 mei 2024
Bij de Ketelbrug de zon zien opkomen betekent dat je “wisselende werktijden” hebt. Op 1 maart gaat het wekkertje nog om 06.00. Dan lukt het om een half uur voor zonsopkomst op de telpost te zijn.
Om een half uur voor zonsopkomst op 04 mei bij de Ketelbrug te zijn, mag ik 04.30 het bed uit.Zo gezegd, zo gedaan reed ik met goed moed de Flevopolder in.
Van 05.30 tot 14.15 telde ik samen met Frank, Mervyn, Guido en Erwin alles wat langs vloog.Hoogte punten waren 2 Visarend, 1 Zwarte Wouw, 4 Blauwe Kiekendief, 2 Boomvalk, 2 Zeearend.
Na de telling maakte ik nog een mooie ronde door Flevoland.
Bij de Rotterdamse Hoek (ten noorden van Urk), is een leuk
plas-dras gebiedje. Kemphanen, Bosruiters, Groenpootruiters lopen hier in
aardige aantallen rond.
De Trintelhaven bezocht ik, om even over het strand te lopen
en hier de lage bosjes te checken.
Vervolgens ging ik via het Bovenwater en de Oostvaardersdijk
weer richting Noord Holland.
Bij het Bovenwater vlogen Zwarte Stern en Visdief.
Hiertussen zat een 2e kj Dwergmeeuw.
Aangezien het 4 mei was (dodenherdenking) en tegen achten
liep, parkeerde ik de auto netjes op de dijk, zette de radio aan en luisterde
naar de 2 minuten stilte.
Hierna vervolgde ik mijn weg, langzaam richting huis.
dinsdag 9 april 2024
Op pad voor Knoflookpad
Gevlamde Vlinder, Lente Vuurspin, Tauvlinder, Nachtpauwoog, Knoflookpad. Zo maar een kleine greep uit de grote verscheidenheid en diversiteit aan markante voorjaarssoorten.
In 2023 lukte het om Gevlamde Vlinder te zien, nadat het in
2021 en 2022 niet gelukt was. Lente Vuurspring weet nog steeds een andere route
te nemen, als wij daar lopen en ook Tauvlinder staat nog steeds aan de winnende
kant.
Knoflookpad kan echter van het “to do lijstje” worden
gehaald, nadat we deze in 2023 niet konden vinden. Het is niet zo dat we daar
toen dagen lang naar zochten, maar we leverden in ieder geval een inspanning
voor deze soort.
Afgelopen weekend hadden Sam, Donny en ik min of meer bedacht dat week 15 de week zou worden waarin we Knoflookpad gingen zoeken en (hopelijk zouden) vinden. Terwijl ik maandagochtend in de auto zat hoorde ik het weerbericht en dat klonk eigenlijk voor die dag heel gunstig (voor Knoflookpad). Voorspeld werd een aangename temperatuur en voor de late avond, regen. Sam appte halverwege de ochtend om te overleggen welke avond we beschikbaar waren en al heel snel ontstond het plan om maar meteen diezelfde maandagavond er opuit te trekken.
Zo gezegd zo gedaan…en rond 18.30 verzamelden we op een carpoolplaats langs de A2 bij Culemborg. Met goede zin gingen we op pad om eerst nog even een leuk-plas-dras gebied te checken. Hier vermaakten we ons tot een uurtje of 21.00u in de (selffind) hoop een binnenkomende Zwarte Ibis te vinden of een leuk steltje te ontdekken. Mooie aantallen Wulp, Regenwulp, Tureluur, Wintertaling en Slobeend waren aanwezig. Een man Zomertaling zwom rond en enkele Pijlstaarten zaten zich te poetsen.
Hoe donkerder het werd hoe meer Kleine Mantelmeeuwen kwamen aanvliegen. Het grootste gedeelte was nog aanwezig toen wij weer weggingen. Een kleiner deel leek weer verder te gaan, opzoek naar een slaaplocatie. Alle Kleine Mantelmeeuwen kwamen uit het zuidwesten. Het deel dat vertrok vloog eigenlijk door, in dezelfde lijn als waar zij vandaan kwamen. In totaal hadden 351 Kleine Mantelmeeuwen het gebied voor kortere of langere duur bezocht.
Nu het donker was geworden, vervolgden we onze rit om naar het gebied te gaan waar we Knoflookpad gingen zoeken. Terwijl we door een dorpje reden, passeerden we een snackbar en zonder al te veel overleg zaten we een paar minuten later aan friet, berenhap, bamischijf en Oempaloempia. Dat de snackbar om 22.00uur zou sluiten, deerde de eigenaar niet. Hij had ons vriendelijk verwelkomt en wenste ons iets voor sluitingstijd succes met het zoeken naar padden.
Eenmaal bij de locatie aangekomen begon onze zoektocht. Eerst zetten we nog een led-emmer neer, die Sam had meegenomen (om nachtvlinders aan te trekken). Vervolgens liepen we in een rustig tempo een route en verlichtten we de omgeving met onze zak- en hoofdlampjes. De eerste twee uur vonden we een enkele pad en wat Bastaardkikkers. Iets verder weg van ons, hoorden we een enkele Boomkikker. Een overvliegende vogel, maakte een geluid dat we totaal niet konden plaatsen. Door het geluid op te nemen en met wat hulp wisten we hiervan een Waterral te maken.
Terwijl wij aan het zoeken waren, kwamen we een uiterst vriendelijke meneer tegen die vertelde vanaf eind februari iedere nacht er opuit te gaan om padden die op pad waren, te helpen bij hun migratie. Hij ving de kleine kruipers en bracht ze naar de plek toe waarnaar zij onderweg waren.
Met hem vervolgende we langzaam en speurend onze route, om uiteindelijk iets voor middernacht de eerste Knoflookpad te vinden. Sam, Donny en ik waren enorm enthousiast. Voor de beste man was het, het zoveelste exemplaar dat hij in z’n handen kreeg. Dat werd wel anders toen we nog eens twee exemplaar vonden. Ingetogen opgewekt (waarschijnlijk heel erg blij) en met een twinkeling in de ogen liet hij weten dat 3 Knoflookpadden op 1 avond toch wel heel bijzonder was. “Jullie zijn 1 van de misschien 1000 mensen, die Knoflookpad hebben gezien”, sprak hij ons toe.
Zijn enthousiasme was inmiddels omgeslagen in gastvrijheid. We mochten mee naar de (afgesloten) plek waar hij de Knoflookpadden vrij ging laten. En zelfs werden we uitgenodigd om mee te lopen naar een watertje waar Kamsalamander te zien was. En zo liepen we in de donkere nacht achter de man aan, die ons door heel het gebied meenam. We hadden onze eigen prive-excusie.
Inmiddels was het van onweer zonder regen, omgeslagen naar licht gespetter. De led-emmer van Sam die ondertussen hopelijk z’n werk deed waren we zeker niet vergeten. Met z’n allen namen we een kijkje en troffen Eikentandvlinder, Maantandvlinder en Hazelaaruil aan. Toen het lichte gespetter rond 01.00uur vervangen werd door een fikse bui liepen we toch maar naar de auto, waar we uiteindelijk als verzopen katten aankwamen.
Met een heel mooi avontuur en erg leuke ervaringen reden we terug naar de carpoolplaats, vanaf waar ieder z’n eigen weg huiswaarts ging.
donderdag 4 april 2024
Tellen met Pasen en Lemelerberg
Het paasweekend werd een leuk telweekend op de Kamperhoek. (Maandag) 2e Paasdag is er wel eentje om te onthouden doordat we een voorjaarsrecord bereikten voor de telpost met Bruine Kiekendieven.
Met Mervyn, Ico, Erwin, Frank en Martijn en Donny stonden we vanaf
zonsopkomst tot 14.00uur de lucht af te speuren. Bij het uitstappen van de auto
in de vroege schemer zagen we in het Ketelmeer, langs de kant, van west naar
oost een Bever zwemmen. We vonden dit een hele leuke waarneming, zo in het
grote open water.
Tijdens de uren dat we er stonden hadden we veel plezier en werden velen grappen gemaakt. De focus lag natuurlijk op de vogels. Gedurende de ochtend merkten we dat Bruine Kiekendief goed vloog en checkten we wat het telpostrecord in het voorjaar was. Dit stond op 55 exemplaar in 2020. Met elkaar gingen we ervoor om dat te overtreffen. Rond 12.30 bereikten we het 55e exemplaar. Ook dat duurde even, want de wind was gedraaid naar het zuid westen. Hierdoor veranderde de gestuwde trek en nam het aantal Bruine Kiekendieven volledig af. Pas 1,5 uur laten, iets voor 14.00uur vloog de dagrecord-vogel langs en was nummer 56 binnen.
Inmiddels waren er ook 2 Visarenden langsgevlogen, een Smelleken en zo’n 4600 Boompiepers. Nu het record binnen was en de vogeltrek stil was gevallen stopte iedereen met tellen. We hadden inmiddels 70 soorten zien langskomen en in de 10.000 vogels geteld. Een paartje overvliegende Krooneenden was ook erg vermakelijk.
Donny en ik gingen de Noord Oostpolder in en vermaakten ons
een paar uur in het bos bij de Rotterdamse Hoek. Het plas-dras gebied lag er
mooi bij en kan vast iets leuks gaan opleveren de komende weken. We reden
hierna terug naar de Kamperhoek; het zonnetje was lekker gaan schijnen en we
waren benieuwd of er in de avond nog wat vogels overvlogen. Bovendien hoopten
we nog een enkele Bruine Kiekendief mee te pikken. We telden door tot 20.15 en
voegden mooi nog wat Brukies aan de lijst toe.
Niet alleen de telling van 2e paasdag is er eentje om te onthouden. Alle tellingen waren leuk en boden wel iets speciaals. Zo vloog er op zaterdag 30 maart een Geelgors over. Dat was het 26e geval voor de telpost en is daarmee zeldzamer dan Steppekiekendief. Geelgors is ook voor de provincie Flevoland een hele leuk. Sinds 2020 gaat het om het 3e gedocumenteerde geval. Ik heb ‘m ingediend als “selffind”. Of het door de jury ook als puntenwaardig beoordeeld wordt, zal nog moeten blijken. Nu ik dit opschrijf doet het mij eraan herinneren dat er op 2e paasdag ook nog een adult man Steppekiekendief langs vloog: “je zou het bijna vergeten” J.
Naast tellen zijn we ook nog even tussendoor naar de Lemelerberg geweest. Hier kwamen we via het Revediep en de dijk langs de Ijssel en Zalk. Het Revediep lag er mooi bij, zo onder “de rook” van Kampen. Het is niet dat er bij Kampen rook hangt, maar het staat wel leuk en duidt spreekwoordelijk aan dat het Revediep heel dicht bij Kampen ligt. Het lage water en de zandige eilandjes die ontstaan bieden vast plek voor leuke steltjes, Reuzensternen en zeldzame reigertjes.
Via wat stops kwamen we dus aan bij de Lemelerberg. Eerlijk gezegd weet ik niet meer precies waarom we hier naartoe gingen. Volgens mij wilden we naar het riviertje de Regge, bij Ommen…zagen we op googlemaps Lemelerberg, en werd dat uiteindelijk de bestemming. Bij het uitstappen van de auto zagen we direct veel struiken van Jeneverbes staan. Met Jeneverbesrandwants in het achterhoofd werd dat meteen uitgeroepen tot missie van de middag. Met paraplu (klopscherm) en handschoenen aan gingen we aan de slag om Jeneverbesrandwants te vinden. Dier handschoenen waren niet omdat de wantsen zo bijten, maar juist omdat Jeneverbesstruiken best prikkelbaar kunnen zijn en de huid wat irriteren. Voor het gevoel stond de hele Lemelerberg vol met Jeneverbes struiken…het was ook echt zo. Maar ondanks al onze inspanningen viel er geen Jeneverbesrandwants in de paraplu. Het klinkt altijd wat apart, maar ook dit keer was het echt zo…bij de laatste struik vielen we in de prijzen. Ik zei nog: “die struik ziet er lekker sappig uit” en verrassend genoeg was dit ook de struik waar er 1 in zat. Dat leerde ons meteen dat de wants die we zochten toch echt een zeldzaamheidje is.
Naast dit exemplaar hadden we nog een stuk of 15 Jeneverbeskielwants en 1 Cypresbodemwants.
Met een heel tevreden gevoel reden we naar Nijverdal en pakten daar een goede Boerenfriet, bij een gezellig snackbarretje.
donderdag 28 maart 2024
Op pad in Flevoland
Zondag stonden we met zonsopkomst op telpost Kamperhoek. We startten de dag met een telling tot 10.00 uur in de ochtend. Hierna reden we via de Ketelmeerdijk en Vossemeerdijk naar de Drontermeerdijk. Waar je dan uit komt is nog niet helemaal helder. Dronten is het in ieder geval niet.
Langs de dijken zagen we leuke aantallen Brilduikers en Grote Zaagbekken. Aan de binnenzijde kwamen we gedurende de hele rit 6 Blauwe Kiekendieven tegen. Je ziet er wel eens minder op een dag 😃.
Ter hoogte van het Reevediep vonden we een Kuifduiker in al heel vergevorderd zomerkleed. Het beeste zwom op aanzienlijke afstand, aan de Overijsselse zijde. Voor deze provincie een zeldzame soort en voor m'n provincielijst zeker nieuw.
We reden lekker rustig door en in de buurt van Elburg kwamen we de eerste Zwaluwen van dit voorjaar tegen. Het ging om een gemengd groepje van Boeren- en Overzwaluwen. Ze hadden een vast fourageerpatoontje rondom een kleine jachthaven.
Een dijk verder, de Harderdijk leverde een Zeearend op. Ik wist dat hier een nest zat. Toen we er zicht op hadden leek het niet bezet. Een mooie adulte Zeearend zat echter een meter of tweehonderd verder op in een hoge Populier.
We maakten een wandeling door het bos, van "de Kapiteinshut": de locatie waar langgeleden de eerste Kokardezaagbek zat. Hier vonden we van allerlei leuke dingen: Buine Kikker, Meeldauwlieveheerstbeestje, Kettingschallebijter, Behaarde kruiper, Gevlekte Wilgenhaantje, Gewone Kielwants, Echt Judasoor. Het duurde wel even voordat we de hut hadden bereikt. Een goede 2 uur uur later kwamen we weer bij de auto aan en reden naar het Harderbroek. Hier wandelden we naar de hut die uitzicht geeft over het water.