Wat valt er toch veel te beleven. Er zitten gewoon te weinig uren in een dag. Hoe zal dat over een paar maanden zijn, als het tot een uurtje of 23.00 's avonds licht is. Dat wordt 3 uurtjes slapen ofzo.
Deze zaterdag reed ik om 05.00uur de garage uit. De eerste bestemming was rond 07.30 bij Vaals (en omgeving) te zijn, in de hoop effe snel een Wilde Kat binnen te tikken, voordat het licht werd.
Vanaf Breukelen reden Donny en ik achter elkaar aan, tot Rosmalen. Daar lieten we 1 auto staan, zodat we 's avonds ieder onze eigen weg konden gaan.
Iets voor 07.30 slingerden we door het Elzetter- en Vijlenerbos. Op sommige plekken lag nog wat sneeuw. Vanaf de heuvels hadden we uitzicht over de dalen, wat met het toenemende daglicht (opkomen van de zon was het niet echt), en de schaarse straatverlichting die de huisjes markeerden, een heel vredig beeld gaf.
Voor die poes moeten we nog maar een keer terug. Ook voor de Hazelmuizen trouwens; die waren weer niet thuis. Terwijl we die aan het zoeken waren, riep op de achtergrond een Kleine Bonte Specht en keken diverse Goudvinken toe.
Maarrrr...dit was bijzaak. We hadden grotere plannen. Onze missie in de Bunkers van Ijmuiden (vorige week) smaakte naar meer. Van Bunker wilden we nu naar Groeve. Allereerst maakten we een wandelingetje langs de Cotessergroeve. Donny merkte op dat we hier vaker gelopen hadden om Waterspreeuw te zoeken. Ik reageerde meteen ontkennend, maar moest hier snel van terugkomen. Hij had meer dan gelijk. Wat een landschap zonder begroeiing en een andere aanrijd-route al met m'n oriëntatie kan doen zeg 😊.
Vanaf hier reden we richting het Savelbos en parkeerden op de Steenbergerweg. Een leuke verrassing was een mooie Rode Wouw, die hier rondvloog. In het Savelbos ging onze route langs Groeven verder.
Verstopt in het bos, tegen hellingen aan, zijn diverse Kalksteen-wanden te vinden. Sommigen vormen de toegang tot een Groeve. Bewapend met hoofdlampjes en zaklampen stapten we de duisternis in.
Een kleine wereld van gangen, die alles weg kunnen hebben van een doolhof, openden zich. Dat deze vaker bezocht worden, was wel duidelijk. Soms kwam je aardige muurtekeningen tegen, vaker was het een naam met de datum van het bezoek.
Het was werkelijk een doolhof, maar dan in het echt en bovendien aarde donker. Op een kruispunt van gangen bleef de 1 staan, waarna de ander verder ging op verkenning. Het geluid droeg niet ver. We hoopten door elkaar te horen, de weg terug te kunnen vinden. Maar het geluid verstompte al snel. Wanneer je 2 bochten afsloeg, hoorde je de ander al niet meer.
Als voorbereiding had ik vanaf huis "afplak-tape" meegenomen (anders heb ik dat echt noooooit in huis, maar nu met het verhuizen kom ik de rollen overal tegen 😆). Ik had de tape tijdelijk tegen de wanden willen plakken, om zo eenvoudig naar de uitgang te komen. De tape vond echter geen grip op de kalkstenen ondergrond.
Creatief en vindingrijk als we zijn, legden we als alternatief losse stenen in de vorm van een pijl op de grond.
Maar dat..over het avontuurlijke karakter van ons bezoek 😊.
Qua dierlijk gespuis vonden we overwinterende Viervlekgrottensluipwesp en de zeer zeldzame Gewone Grottenspin. Ik ben geen fan van spinnen, maar deze kruipende monstertjes hadden toch wel iets speciaals. Blij dat ik 'm in ieder geval op het lijstje heb staan. Hun ei-bundels zijn echt wel spectaculair te noemen. Zo groot als een ping-pong-bal hangen die aan het plafond. Fraai om te zien!
Na ons avontuur in het Savelbos reden we naar Bemelen. We parkeerden rond de kruising Oude Akerstraat / Bosweg. Via de Vieversgrubweg liepen we naar de Groeven. In deze omgeving waren we wel een paar uur zoet.
Uniek vond ikzelf toch wel de waarneming van 43 Dagpauwogen die gezamenlijk op de wanden aan het overwinteren waren. Hiertussen vonden we (slechts) 1 Kleine Vos en enkele Roesjes.
Ook vonden we, goed verstopt, Vleermuizen. Met professionele blik, vond Donny er zelfs 1 achter een steen. De determinatie was wat lastig. Uiteindelijk is Baard / Brandts Vleermuis als naam eraan gegeven.
Ook Bemelen lieten we achter ons. De laatste uurtje wilden we doorbrengen bij De Sint Pietersberg.
Aan de buitenzijde van de Duivelsgrot vond Donny Kalkschiftmos en Roze Kalkporie. Kalkschiftmos ziet er uit als zeer kleine (heel klein, maar als je het weet en erop let met blote oog te doen) zwarte dunne lijntjes op de verticale delen van Kalksteen. Roze Kalkporie vond ik "niet te doen". Het was te vinden op de horizontale delen, op de bovenzijde van de Duivelsgrot. Vervolgens zijn het roze-achtige puntjes, die op witte korstmos zitten. Hierdoor krijgt het witte korstmos een vale gloed (dus weg van het witte). Nou...ik was blij dat we een loepje mee hadden, want daarmee werden de roze-achtige puntjes wel goed zichtbaar. Als je de witte korstmos, naast de witte korstmos met Roze Kalkporie zag, dan was er (minimaal) verschil in kleur te zien. Maar... je moest echt heel heel (heul) goed kijken.
Het was inmiddels 16.45u. Dankzij het zonnige weer, zou het nog wel een klein uurtje licht blijven. We gingen nog even snel opzoek naar ingangen van Groeven. We slingerden wat rond door het landschap en passeerden meerdere Grenspaaltjes (met België). We liepen in de richting van de top van D'n Observant; een kunstmatige heuvel van 170m hoog, op het plateaux van de Sint-Pietersberg.
Groeves vonden we niet. Eenmaal aangekomen op de top hadden we wel prachtig uitzicht over de omgeving. Met het invallen van de avond hadden we nog 1 laatste doel en dat was het horen van baltsende Oehoe. Voor ons beiden zou dat nieuw zijn. En...verrassend genoeg lukt dat nog ook. Terwijl we in stilte om ons heen zaten te kijken, hoorden we in de verte een Oehoe roepen.
Even later kwam een Houtsnip onhandig door de bosjes langsvliegen en storrte min of meer neer op de top van de heuvel.
Voldaan liepen we terug naar de auto en reden richting Rosmalen. Donny reed vanaf daar met zijn auto naar Waalwijk en ik keerde terug naar Amsterdam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten