dinsdag 9 april 2024

Op pad voor Knoflookpad

Gevlamde Vlinder, Lente Vuurspin, Tauvlinder, Nachtpauwoog, Knoflookpad. Zo maar een kleine greep uit de grote verscheidenheid en diversiteit aan markante voorjaarssoorten.

In 2023 lukte het om Gevlamde Vlinder te zien, nadat het in 2021 en 2022 niet gelukt was. Lente Vuurspring weet nog steeds een andere route te nemen, als wij daar lopen en ook Tauvlinder staat nog steeds aan de winnende kant.

Knoflookpad kan echter van het “to do lijstje” worden gehaald, nadat we deze in 2023 niet konden vinden. Het is niet zo dat we daar toen dagen lang naar zochten, maar we leverden in ieder geval een inspanning voor deze soort.

Afgelopen weekend hadden Sam, Donny en ik min of meer bedacht dat week 15 de week zou worden waarin we Knoflookpad gingen zoeken en (hopelijk zouden) vinden. Terwijl ik maandagochtend in de auto zat hoorde ik het weerbericht en dat klonk eigenlijk voor die dag heel gunstig (voor Knoflookpad). Voorspeld werd een aangename temperatuur en voor de late avond, regen. Sam appte halverwege de ochtend om te overleggen welke avond we beschikbaar waren en al heel snel ontstond het plan om maar meteen diezelfde maandagavond er opuit te trekken.

Zo gezegd zo gedaan…en rond 18.30 verzamelden we op een carpoolplaats langs de A2 bij Culemborg. Met goede zin gingen we op pad om eerst nog even een leuk-plas-dras gebied te checken. Hier vermaakten we ons tot een uurtje of 21.00u in de (selffind) hoop een binnenkomende Zwarte Ibis te vinden of een leuk steltje te ontdekken. Mooie aantallen Wulp, Regenwulp, Tureluur, Wintertaling en Slobeend waren aanwezig. Een man Zomertaling zwom rond en enkele Pijlstaarten zaten zich te poetsen. 

Hoe donkerder het werd hoe meer Kleine Mantelmeeuwen kwamen aanvliegen. Het grootste gedeelte was nog aanwezig toen wij weer weggingen. Een kleiner deel leek weer verder te gaan, opzoek naar een slaaplocatie. Alle Kleine Mantelmeeuwen kwamen uit het zuidwesten. Het deel dat vertrok vloog eigenlijk door, in dezelfde lijn als waar zij vandaan kwamen. In totaal hadden 351 Kleine Mantelmeeuwen het gebied voor kortere of langere duur bezocht.

Nu het donker was geworden, vervolgden we onze rit om naar het gebied te gaan waar we Knoflookpad gingen zoeken. Terwijl we door een dorpje reden, passeerden we een snackbar en zonder al te veel overleg zaten we een paar minuten later aan friet, berenhap, bamischijf en Oempaloempia. Dat de snackbar om 22.00uur zou sluiten, deerde de eigenaar niet. Hij had ons vriendelijk verwelkomt en wenste ons iets voor sluitingstijd succes met het zoeken naar padden.

Eenmaal bij de locatie aangekomen begon onze zoektocht. Eerst zetten we nog een led-emmer neer, die Sam had meegenomen (om nachtvlinders aan te trekken). Vervolgens liepen we in een rustig tempo een route en verlichtten we de omgeving met onze zak- en hoofdlampjes. De eerste twee uur vonden we een enkele pad en wat Bastaardkikkers. Iets verder weg van ons, hoorden we een enkele Boomkikker. Een overvliegende vogel, maakte een geluid dat we totaal niet konden plaatsen. Door het geluid op te nemen en met wat hulp wisten we hiervan een Waterral te maken.

Terwijl wij aan het zoeken waren, kwamen we een uiterst vriendelijke meneer tegen die vertelde vanaf eind februari iedere nacht er opuit te gaan om padden die op pad waren, te helpen bij hun migratie. Hij ving de kleine kruipers en bracht ze naar de plek toe waarnaar zij onderweg waren. 

Met hem vervolgende we langzaam en speurend onze route, om uiteindelijk iets voor middernacht de eerste Knoflookpad te vinden. Sam, Donny en ik waren enorm enthousiast. Voor de beste man was het, het zoveelste exemplaar dat hij in z’n handen kreeg. Dat werd wel anders toen we nog eens twee exemplaar vonden. Ingetogen opgewekt (waarschijnlijk heel erg blij) en met een twinkeling in de ogen liet hij weten dat 3 Knoflookpadden op 1 avond toch wel heel bijzonder was. “Jullie zijn 1 van de misschien 1000 mensen, die Knoflookpad hebben gezien”, sprak hij ons toe. 


Zijn enthousiasme was inmiddels omgeslagen in gastvrijheid. We mochten mee naar de (afgesloten) plek waar hij de Knoflookpadden vrij ging laten. En zelfs werden we uitgenodigd om mee te lopen naar een watertje waar Kamsalamander te zien was. En zo liepen we in de donkere nacht achter de man aan, die ons door heel het gebied meenam. We hadden onze eigen prive-excusie.


Inmiddels was het van onweer zonder regen, omgeslagen naar licht gespetter. De led-emmer van Sam die ondertussen hopelijk z’n werk deed waren we zeker niet vergeten. Met z’n allen namen we een kijkje en troffen Eikentandvlinder, Maantandvlinder en Hazelaaruil aan. Toen het lichte gespetter rond 01.00uur vervangen werd door een fikse bui liepen we toch maar naar de auto, waar we uiteindelijk als verzopen katten aankwamen. 



Met een heel mooi avontuur en erg leuke ervaringen reden we terug naar de carpoolplaats, vanaf waar ieder z’n eigen weg huiswaarts ging.

donderdag 4 april 2024

Tellen met Pasen en Lemelerberg

Het paasweekend werd een leuk telweekend op de Kamperhoek. (Maandag) 2e Paasdag is er wel eentje om te onthouden doordat we een voorjaarsrecord bereikten voor de telpost met Bruine Kiekendieven.

Met Mervyn, Ico, Erwin, Frank en Martijn en Donny stonden we vanaf zonsopkomst tot 14.00uur de lucht af te speuren. Bij het uitstappen van de auto in de vroege schemer zagen we in het Ketelmeer, langs de kant, van west naar oost een Bever zwemmen. We vonden dit een hele leuke waarneming, zo in het grote open water.

Tijdens de uren dat we er stonden hadden we veel plezier en werden velen grappen gemaakt. De focus lag natuurlijk op de vogels. Gedurende de ochtend merkten we dat Bruine Kiekendief goed vloog en checkten we wat het telpostrecord in het voorjaar was. Dit stond op 55 exemplaar in 2020. Met elkaar gingen we ervoor om dat te overtreffen. Rond 12.30 bereikten we het 55e exemplaar. Ook dat duurde even, want de wind was gedraaid naar het zuid westen. Hierdoor veranderde de gestuwde trek en nam het aantal Bruine Kiekendieven volledig af. Pas 1,5 uur laten, iets voor 14.00uur vloog de dagrecord-vogel langs en was nummer 56 binnen. 

Inmiddels waren er ook 2 Visarenden langsgevlogen, een Smelleken en zo’n 4600 Boompiepers. Nu het record binnen was en de vogeltrek stil was gevallen stopte iedereen met tellen. We hadden inmiddels 70 soorten zien langskomen en in de 10.000 vogels geteld. Een paartje overvliegende Krooneenden was ook erg vermakelijk.

Donny en ik gingen de Noord Oostpolder in en vermaakten ons een paar uur in het bos bij de Rotterdamse Hoek. Het plas-dras gebied lag er mooi bij en kan vast iets leuks gaan opleveren de komende weken. We reden hierna terug naar de Kamperhoek; het zonnetje was lekker gaan schijnen en we waren benieuwd of er in de avond nog wat vogels overvlogen. Bovendien hoopten we nog een enkele Bruine Kiekendief mee te pikken. We telden door tot 20.15 en voegden mooi nog wat Brukies aan de lijst toe.




Geelgors, Steppekiekendief en Lemelerberg

Niet alleen de telling van 2e paasdag is er eentje om te onthouden. Alle tellingen waren leuk en boden wel iets speciaals. Zo vloog er op zaterdag 30 maart een Geelgors over. Dat was het 26e geval voor de telpost en is daarmee zeldzamer dan Steppekiekendief. Geelgors is ook voor de provincie Flevoland een hele leuk. Sinds 2020 gaat het om het 3e gedocumenteerde geval. Ik heb ‘m ingediend als “selffind”. Of het door de jury ook als puntenwaardig beoordeeld wordt, zal nog moeten blijken. Nu ik dit opschrijf doet het mij eraan herinneren dat er op 2e paasdag ook nog een adult man Steppekiekendief langs vloog: “je zou het bijna vergeten” J.

Naast tellen zijn we ook nog even tussendoor naar de Lemelerberg geweest. Hier kwamen we via het Revediep en de dijk langs de Ijssel en Zalk. Het Revediep lag er mooi bij, zo onder “de rook” van Kampen. Het is niet dat er bij Kampen rook hangt, maar het staat wel leuk en duidt spreekwoordelijk aan dat het Revediep heel dicht bij Kampen ligt. Het lage water en de zandige eilandjes die ontstaan bieden vast plek voor leuke steltjes, Reuzensternen en zeldzame reigertjes. 

Via wat stops kwamen we dus aan bij de Lemelerberg. Eerlijk gezegd weet ik niet meer precies waarom we hier naartoe gingen. Volgens mij wilden we naar het riviertje de Regge, bij Ommen…zagen we op googlemaps Lemelerberg, en werd dat uiteindelijk de bestemming. Bij het uitstappen van de auto zagen we direct veel struiken van Jeneverbes staan. Met Jeneverbesrandwants in het achterhoofd werd dat meteen uitgeroepen tot missie van de middag. Met paraplu (klopscherm) en handschoenen aan gingen we aan de slag om Jeneverbesrandwants te vinden. Dier handschoenen waren niet omdat de wantsen zo bijten, maar juist omdat Jeneverbesstruiken best prikkelbaar kunnen zijn en de huid wat irriteren. Voor het gevoel stond de hele Lemelerberg vol met Jeneverbes struiken…het was ook echt zo. Maar ondanks al onze inspanningen viel er geen Jeneverbesrandwants in de paraplu. Het klinkt altijd wat apart, maar ook dit keer was het echt zo…bij de laatste struik vielen we in de prijzen. Ik zei nog: “die struik ziet er lekker sappig uit” en verrassend genoeg was dit ook de struik waar er 1 in zat. Dat leerde ons meteen dat de wants die we zochten toch echt een zeldzaamheidje is.

Naast dit exemplaar hadden we nog een stuk of 15 Jeneverbeskielwants en 1 Cypresbodemwants. 

Met een heel tevreden gevoel reden we naar Nijverdal en pakten daar een goede Boerenfriet, bij een gezellig snackbarretje.