maandag 22 januari 2024

De wandelschoenen zitten goed

Zondag 14  januari reden we rond 08.15 de parkeerplaats op van het Wylerbergmeer in het Gelderse Beek – Ubbergen. Het idee was ontstaan om eens een (echte) uitgezette wandelroute te volgen. En dan meteen een goeie: de N70. Deze route van 16km gaat over 8 bergen en door bossen van het Rijk van Nijmegen.

Met zonsopkomst zetten we opgewekt de eerste stappen op route. Via paaltjes met groene beschildering werden we via bossen door heuvels en dalen geleid. Het nabij gelegen dorp heet niet voor niets: “Berg en Dal”. Soms hielden we halt bij een cultuur-historisch bord met wat tekst en uitleg over Romeinse opgravingen (en zelfs een plaats delict van een moord uit hele vroege tijden). Rond een uur of 12.00 passeerden we een snackbar die deze ochtend de deuren al geopend had. Het vet moest nog wel even worden opgewarmd, maar al snel liepen we naar buiten als 2 Bamiboys.

 

De 16km hadden we er na 5,5uur op zitten en stonden weer netjes op de parkeerplaats. Nu we toch in de buurt van Cuijk waren, kozen we ervoor om naar de Kraaijenbergse plassen te gaan. De hier overwinterende Ijsduikers en een kans op eitjes van Sleedoornpage, trokken ons die kant op.

 

Eenmaal bij de plassen hadden we prachtig zicht op 2 Ijsduikers die, niet ver bij ons vandaan, naast elkaar zwommen, wat doken en zelfs een beetje aan het roepen waren. Het verschil tussen een adult winterkleed (de ene) en een tweede kalenderjaar (de ander) was prachtig te zien. 



Hierna wandelden we door het gebied waar we hoopte eitjes van Sleedoornpage te vinden. Dat lukte niet. Wel vonden we Ransuilen, hoorden we Grote Gelde Kwikstaart en vloog een Houtsnip voor ons uit. Zowel in de zomer als in de winter is dit een heel fijn gebied om door heen te struinen.

 

We sloten de dag af met een goede maaltijd in Malden en reden hierna weer terug richting Breukelen en Amsterdam.

 

Zondag 21 januari waren we opnieuw lekker een hele dag aan de wandel. Ditmaal in de Amsterdamse Waterleidingduinen, tussen Vogelenzang en Zandvoort. De auto hadden we geparkeerd op de parkeerplaats bij “Boshut Panneland”. Dit is te bereiken via de Vogelenzangseduinweg. Vanaf hier kan je (met het kopen van een dagkaartje) de Waterleidingduinen in.

 

Volgden we vorige week route N70  door het Rijk van Nijmegen, nu kozen we het pad richting een opmerkelijke Klapekster. Laat ik deze vogel zo maar noemen, “opmerkelijk”. Het beest lijkt kenmerken te hebben van Lanius excubitor homeyeri. De verschillen met nominaat Klapekster zijn subtiel en laten best wat ruimte open voor “interpretatie”. De vogel zit er al kennelijk sinds november, is inmiddels van een ringetje voorzien en er is bij de vangst voor onderzoek, wat dna afgenomen. De status van Homeyeri is in die zin duidelijk, dat zelfs dna-onderzoek geen uitsluitsel hoeft te geven. De technische middelen om op het benodigde detailniveau te kunnen onderzoeken, zijn er nog net niet en er is te weinig referentie-onderzoek gedaan om zorgvuldig te kunnen vergelijken. Kortom: “veel onduidelijkheid”. Als je er naar toe gaat…dan weet je wat je hebt: “Klapekster”.

 

Het knmi had voor zondag allerlei weercodes afgegeven: gladheid in de ochtend, een buitje en vanaf de middag zou Isha (storm) in kracht toenemen, om in de avond helemaal los te gaan. Desondanks trokken we erop uit, als waren wij voorbereid op het beklimmen van 3 bergen: puntmuts op, handschoenen aan, neksok om, bepakt en bezakt met een rugtas. Aan het einde van de dag (rond 20.30) constateerden we dat het de hele dag droog was gebleven en dat de voorspelde storm tot nu toe uitpakte in een winterse bries.

 

Op ons gemak liepen we vanaf Parkeerplaats “Boshut Panneland” de duinen door. Via de infiltratiekanalen bereikten we de plek van de (opmerkelijke) Klapekster. Precies bij de locatie vanaf waar de Klapekster zichtbaar was, stond een elektriciteitshuisje. En ondanks dat voorspelde storm Isha voelde als een winterse bries, was het wel fijn om uit de wind te staan, in de dekking van dat huisje. In het eerste uur was de vogel prima, maar op behoorlijke afstand, te bekijken. Als afsluiter konden we echter van dichtbij prachtige foto’s maken.



Na dit succes wandelden we tot zonsondergang door het gebied en vermaakten ons met alles wat de omgeving bood. We speurden in het water en vonden snoeken, we werden verrast door een Tjiftjaf en eenmaal (bijna) terug bij de auto vonden we Ramshoorngalwesp. In de auto lagen gelukkig nog koeken en Brioch-brood (zoet, met pudding en fondant). Dit was wel verdiend, want we hadden de hele dag nog niets gegeten. Toch vonden we het te vroeg om echt te gaan dineren. We wisten ons nog even prima te vermaken met het speuren op de schors van Platanen, opzoek naar kevertjes enzo. Dit deden we in Hillegom en Sassenheim, waar we uiteindelijk in een restaurantje belandden.

maandag 8 januari 2024

Bigday 1 januari 2024 / record 120

1 januari om 08.00 starten in een bos bij Clinge (Zeeuws Vlaanderen) om vervolgens via het land van Saeftinge helemaal naar het westen te rijden, vervolgens terug te gaan naar de tunnel bij Terneuzen en vanaf de haven van Vlissingen de route weer op te pakken. Ondertussen zit je met z’n 4-en in de auto, houd je “een lijstje bij”, worden er filmpjes gemaakt en gaat je hart sneller kloppen van huismus, kleine zilverreiger, Dwergmeeuw en Alk. Klinkt dit als “BigDay”?

Inmiddels is dat op 1 januari een traditie en hebben we op hoofdlijnen een vaste route. Ook 2024 startten we op deze manier en dat, met heel veel plezier.

 

Een paar uur ervoor stonden we nog in Uden op straat, met een oliebol en een glas drank in de hand, te kijken naar het vuurwerk om 2023 achter ons te laten en het nieuwe jaar te verwelkomen. Rond 01.00 gingen we slapen, Toy zat nog wat te bellen (met Schotland) en om 05.00 stond Maartje alweer de broodjes te smeren.

 

De rit naar Zeeuws Vlaanderen ging ditmaal niet soepel. Al vanaf Uden gaf googlemaps aan dat wegen dicht waren en werden omleidingsroutes geadviseerd. Verschrikt keek ik Toy, die naast mij zat, aan.

Ook op zijn telefoon verschenen dezelfde routekaartjes. Dat maakte dat wij vanaf Veghel binnendoor naar Den Bosch reden en vanaf daar via de A65 de provinciale weg naar Tilburg namen. Vanaf Tilburg werd het nog gekker en moesten we dwars door de stad en het platteland naar Breda. Donny en Maartje zaten ondertussen gezellig achterin te kletsen, maar hadden ook wel door dat ik niet lekker in mn bestuurders-vel zat. Googlemaps gaf inmiddels aan dat we om 08.40 in Clinge zouden arriveren, terwijl we om 08.00uur hier de Bosuil hadden wilden horen. Met geruststellende woorden en googlemaps via alle telefoons, moesten we de route gewoon maar vervolgen via de omleiding en aannamen dat de wegen werkelijk afgesloten waren.

 

In België  vervolgde googlemaps de gekke adviezen en zou ik weer van de weg moeten. Ik besloot dat niet te doen, het advies te negeren en gewoon op de snelweg te blijven. Door dat te doen, versprong opeens de aankomsttijd naar 08.15. Waarschijnlijk had ik deze keus, om googlemaps te negeren, al in Nederland moeten maken. Nabij de Antwerpse haven liepen we opnieuw wat vertraging op, door een verkeerde afrit te nemen. Ditmaal had googlemaps “het” wel goed en zat Toy er even naast J.

 

Met al dit gedoe onderweg waren we bang Bosuil te missen.; het begon immers al te schemeren. Toch begonnen we in alle rust het bos in te wandelen. Met onze vogelaars-skills wisten we gelukkig onze dag toch te (s)tarten met Bosuil. Dat was zeker niet het enige succes hier, want opnieuw wisten we ook deze 1 januari het bos goed uit te kammen. Zwarte, Middelste en Bonte Specht werkten mee, evenals Appelvink, Goudvink, Keep en Grote Barmsijs. Allemaal soorten die je tijdens een Bigday in Zeeland, op 1 januari prima kan gebruiken.


Van te voren beloofde de weersvoorspelling niet veel goeds. We hadden eigenlijk behoorlijk wat nattigheid verwacht en verwaaide koppies. Niets was minder waar. In het bos was weinig ruis van bladeren en ook het (open) Land van Saeftinge lag er vrij rustig bij. Dat gaf het enorme voordeel dat het riet niet heftig "heen en weer" aan het waaien was en wij zowaar 2 Graszangers ertussen konden uitpikken.


Het was weer een mooie klassieke race tegen de klok. Volgens de tabellen zou rond 16.45 de zon onder gaan. En voor die tijd moesten we nog heel wat gebieden bezoeken. Zo reden we door de Braakmanpolder voor Ringmus, snelden we naar "Nummer 1" voor Grutto en spoedden we ons door Vlissingen heen voor Sneeuwgors, Rosse Franjepoot en Grote Burgemeester.


In Zeeuws Vlaanderen pakten we winst door onverwacht snel een Grote Zaagbek te zien, maar hadden we weer wat verlies door wel naar Breskens te rijden, maar Witbuikrotgans te missen. 1 eiland noordelijker hadden we mazzel met Smelleken, was een Kwak een leuke bonus, maar lieten we weer wat puntjes liggen door Casarca en Zwarte Ruiter te missen.


Zo waren we een paar uren "berekenend" aan het vogelen, maakten we keuzes om een bepaalde route te nemen, sprongen we met z'n vieren uit de auto en renden we over dijken en pieren. Langzamerhand kregen we een steeds beter gevoel bij onze (mogelijke) eindscore. Vorig jaar zetten we 115 neer als record en we zaten deze editie op een heel gunstig schema.


Inmiddels waren we op het vaste plekje beland van de Zwarte Rotgans en konden we doorstoten naar onze laatste gebiedjes en soorten. We kozen ervoor de Prunjepolder en daarmee Nonnetje over te slaan. Het leek ons beter dit ene puntje te laten schieten...zodat we meer licht over hielden voor Kleine Zwaan en Wilde Zwaan om daarna een spoed bezoek te brengen aan de Brouwersdam.


Kleine Zwaan en Wilde Zwaan maakten het ons nog even lastig. We hadden 4 locaties voorbereid en pas bij die vierde vonden we ze. Met een klein beetje mazzel liepen iets verder op, ook nog enkele Kleine Rietganzen en vloog een Sperwer verschrikt voor onze auto weg, toen deze een spreeuw op de weg, aan het opeten was. Kortom: geen Nonnetje, levert wel 4 andere punten op.


De Brouwersdam was waardevol voor Ijseend en Eider. Opzich was dit onze laatste bestemming, maar als troef gingen we nog even proberen Flamingo's te zien. Vanaf de plek waar wij waren, was dit nog 25 minuten rijden. Dit bleek iets te veel (tijd) te zijn. Ondanks dat we in het behoorlijke donker, nog wel iets (minimaal) konden zien, lukte het niet om Flamingo's te onderscheiden.


Met een heel goed gevoel sloten we deze editie van de 1 januari Bigday af, met 120 soorten. Voor ons een absoluut record en een verbetering met 5 punten. Op 1 januari 2023 wisten we namelijk ook al een record neer te zetten van 115 soorten.


Voldoen en niet moe, reden we terug naar Uden. Hier gingen we gewoon verder, met wat wij de hele dag al aan het doen waren...kletsen over vogels en sterke verhalen delen.


Op naar de volgende editie: 1 januari 2025








Oudjaarsweekend 2023

Een duif vanuit verre oorden was neergestreken in Sneek, enwel op een voedertafel in een achtertuin.

Zaterdagochtend liepen Donny en ik nog voor zonsopkomst in de wijk en vonden de Meenatortel in een slaapboom.

Licht was het nog niet en kleur was moeilijk te onderscheiden. Dat de Meentortel naast twee Turkse tortels zat, maakt het determineren ietsje beter te doen. De Turkse tortels zagen er in het weinige licht wat valer uit en effen van kleur. De gast van ver, was als grondkleur donkerder (in het donker) en meer “gemarmerd”: er zat meer contrast in z’n verenpak. We waren zeker van wat wij zagen en Donny gooide “z’n 2e piep” eruit, na (de eerste die van) de Alpengierzwaluw.

 

Al snel hierna vloog het beestje in z’n eentje weg. We trokken een sprint, de duif achterna en volgden de lijn waarin hij verdween. Aan de andere kant van de wijk vonden we ‘m terug, zittend in een boom. Ook de duif had ons door en koos weer het hazenpad. We hadden het vermoeden dat we het beste konden gaan posten bij een vaste voedertafel en wandelden hier naartoe. Toen we aan kwamen zat de Meenatortel al te snoepen van al het voer wat hier lag. Wat ons scheidde was een schutting en een hekwerk, waar je met wat moeite doorheen kon kijken.


 

Het succes van onze missie vierden we met een grote zak oliebollen, die we als ontbijt met gemak naar binnen wisten te tikken.




 

Onze missie vervolgden we door het bezoeken van wat Friese meren: Sneekermeer, Slotermeer, Gaastmeer. Vervolgens keken we bij Oudemirdumerfklif over het Ijsselmeer. Zo reden we lekker wat rond, maakte mooie wandelingen (ook bij It Swin) en deden heel wat fijne waarnemingen. Uiteindelijk keken we bij het knooppunt Zurich uit over de Waddenzee en zagen grote groepen Kol- en Brandganzen vanaf de graslanden in het laatste licht de Waddenzee opvliegen.

 

Oudjaars(zond)dag

Na een ochtendwandeling langs de boulevard te Ijburg, kijkend over het Ij(ssel)meer, reden Donny en ik naar de Haarrijnseplas bij Vleuten. 


We kwamen hier via een toeristische route, vanaf Vinkenveen. Zo stopten we bijvoorbeeld even bij Kasteel de Haar om naar Berijpte Schotelkost (korstmos) te kijken en kochten we in het dorpje (Vleuten) een flinke hoeveelheid Oliebollen. We kochten meteen wat extra, zodat we met voldoende voorraad in Uden zouden komen; we moesten immers nog de hele dag vooruit zien te komen J. In Uden gingen we met Toy en Maartje oudjaar vieren. We hadden beloofd rond 17.15 bij hen te zijn. Dat was dus onze eindbestemming en eindtijd. voor vandaag. Via een “creatieve weg” zouden we daar aankomen.

 

Toen we eenmaal de oliebollen hadden gescoord, gingen we naar de Haarrijnseplas om via een hele leuke wandeling bij een grassig gebied uit te komen, waar een dag eerder een Grote Pieper ontdekt was.

Via (gladde) houten planken kon je de diverse slootjes oversteken. Mij leverde dat een flink nat pak op, omdat ik met 1 been van de plank de sloot in gleed. De Grote Pieper liet zich prima zien en horen.

 

Om uiteindelijk in Uden uit te komen reden we verder naar het zuiden. Vanaf afrit Zaltbommel vervolgende we onze weg naar het dorpje Nieuwaal. Hier hoopten we een 1e kj Roze Spreeuw te zien. Deze zou standaard bij huisnummer 6 in de staat zitten. Al in het voorbij rijden van de woning zat inderdaad de Roze Spreeuw weggestopt in een struik, van vetbolletjes te eten. We namen nog even de moeite uit de auto te stappen om alles van heel dichtbij te kunnen bekijken. Met een harde vuurwerkknal, afgestoken door buurtbewoners, vloog hij weg en konden wij onze rit verder zuidwaarts vervolgen.

 

Het Engelermeer (nabij Den Bosch) was alweer onze volgende stop. Een (echte) Taigaboomkruiper zou hier moeten zitten, vergezeld met 2 (gewone) Boomkruipers. Via een modderig pad, kwamen we in het Wilgenrijke gebied. Tussen de onder begroeiing van voornamelijk Braamstruiken vonden we het groepje Boomkruipers. In eerste instantie konden we de Taigaboomkruiper kort onderscheiden. Met wat passerend Staartmezen vlogen ze verder het gebied in. Met wat zoeken lukte het ons om de schaarse vogel er weer uit te halen en konden we deze mooi bekijken.

 

Donny was ondertussen de hele dag bezig om nog een persoonlijke missie te volbrengen. Met Frank was hij verwikkeld in een vriendschappelijke strijd om zoveel mogelijk waarnemingen van vogels in te voeren op waarneming.nl. Op 30 december stond Frank 200 (vogel)waarnemingen voor op Donny. Nu we bezig waren aan de laatste dag van het jaar, probeerde Donny hem alsnog te passeren. Het doel was om vandaag in ieder geval 300 waarnemingen van individuele vogels te registeren en we waren “lekker bezig”. We hadden nog ongeveer 1,5uur licht om alles te registreren wat we zagen en besloten om vanaf het Engelermeer naar de Maashorst te gaan. Dit was nog een minuut of 20 rijden en dan zouden we dus nog een goed uur hebben om te vogelen. De Houtduiven, Kraaien en Kauwen die we onderweg tegen kwamen, telden natuurlijk als waarnemingen. In de Maashorst zelf vonden we Kuifmees, Goudhaan, Kramsvogel. In het bos was het inmiddels wel erg donker geworden, dus we besloten om het bos weer uit te rijden en in de (minder bomige) omgeving nog de laatste soortjes te vinden. We hadden er nog 4 nodig om 300 waarneming op 31 december vol te maken. Uiteindelijk lukte dat, met de zoveelste Houtduif en Zwarte Kraai.

 

Hiermee was uiteindelijk de persoonlijke missie van Donny geslaagd, hadden we en 300 waarnemingen op 31 december gedaan en was hij de winnaar van de uitdaging met Frank.

 

Stipt om 17.15 meldden we ons aan de deur bij Maartje en Toy en konden we met de gezellige (avond)afsluiting beginnen van dit jaar.

dinsdag 2 januari 2024

Rondom de Pools - Oekraïnse grens

Op vrijdag 22 december was ik in de middag nog even op kantoor en zat met een collega te bespreken wat de kerstdagen zouden brengen.

“Misschien ga ik wel naar Polen ofzo”, noemde ik.

 

Ik opende google-maps even, keek een beetje over de kaart en zag Oekraïne liggen.

Op de site van de rijksoverheid zocht ik op, hoe de omgeving van het Poolse grensgebied “ingekleurd” was…GEEL: Het reisadvies is: “Let op, veiligheidsrisico’s”.

 

Op google-maps zag ik een soort rechte lijn ontstaan, van west naar oost, richting Lviv (Oekraïne). Dat ik daar niet heen moest wist ik wel. Maar ik kon op z’n minst toch daar gaan bekijken, hoe de grens eruit zag.

Eigenlijk was dat het enige plan.

 

Terwijl ik zo een beetje zat te scannen zag ik een stadje met Jaroslaw als naam. Dat zei mij iets vanuit het nieuws, als aankomst plaats van treinen uit Oekraïne. Het viel mij op dat snelweg E40 / A4 daar langs kwam. Dat werd een beetje de plek waar ik op zou gaan focussen.

 

Vanaf kantoor ging ik naar huis, pakte m’n toilettas in, legde twee kussen neer om mee te nemen en verzamelde nog wat schone kleding. Om 18.30 ging ik slapen en vijfeneenhalf uur later deed ik m’n ogen weer open.

Een kwartier verder en ik zat in de auto. Twee flessen water had ik nog net mee vanuit huis weten mee te nemen.

 

Zaterdag 23 december

Ik reed en reed, kwam lang Dresden en naderde Gorlitz. Om 07.54 was het licht genoeg om de eerste vogelsoort vanuit de auto te noteren (Zeearend)…op 27 kilometer van de Poolse grens (maar nog wel in Duitsland).


Het landschap  ging aan mij voorbij evenals de tijd en kilometers.

 

Een plan vanuit tijd bezien had ik niet, dus te laat komen of vertraging, zijn niet de juiste uitdrukkingen, maar op sommige momenten schoot het gewoon niet op. Ik heb een keer 1,5uur in de file gestaan en hierna nog eens 1 uur. Beide keren was de oorzaak de "uitcheck tolpoortjes, waar alle auto's doorheen moesten. Dat is niet eens zo opmerkelijk, maar praktisch iedereen betaalde met contant geld, waardoor er rekenwerk en “teruggave” verricht moest worden. Dat bleek al met al dus een hele klus te zijn. Bij de Poolse steden Katowice en Krakau (langs de E40 / A4) was dit het geval.

 

Wat mij onderweg opviel was de grote stroom aan vrachtwagens richting Oekraïne. Werkelijk (echt) heel veel beschadigde auto’s worden hier naartoe getransporteerd.

Ook gingen veel auto’s met kentekenplaat uit Oostenrijk en Groot Brittannië (rijdend) richting de grens. Nederlanders kwam ik bijna niet tegen.

 

Zondag 24 december

Ik was inmiddels bij het Poolse grensplaatsje Medyka terecht gekomen. Dit ligt ten zuiden van de E40 / A4, diep het (platte)land in, weg van de snelweg. Hier was ik in de omgeving wat gaan wandelen.


Al snel was ik “gespot” door Poolse grensbewaking. De eerste keer kwamen ze langsrijden en een kwartier later zetten zij hun auto in mijn lopenrichting neer om mij op te wachten. Bij het (wandelend) passeren van hun auto werd ik aangesproken, en begreep ik min of meer dat ik beter terug kon lopen naar mijn auto.

 

Ik wilde graag rondom de nabij grens met Oekraïne blijven (vogelen). Op google-maps had ik een locatie gezien iets ten noorden van Medyka: een “waterberging” ten oosten van de dorpjes Leszno, Naklo en Stubno.

Hier reed ik vervolgens heen. Het ging inderdaad om een waterberging die half bevroren was en het andere deel had een hele lage waterstand. Je kon hier lekker rondstruinen en een beetje ronddwalen. Ik zag meerdere Zeearenden, groepen van 100 Blauwe Reigers, een paar honderd Pontische Meeuwen en behoorlijk wat Grote Zaagbekken.

 

Toen ik terugkwam bij de auto stond iets verder op (weer) een patrouille van grensbewaking. Ik kreeg nu het gevoel dat ik echt wel in de gaten gehouden werd en koos er voor om gewoon maar het hele gebied te verlaten. Voor de volgende dag (825 december) had ik bedacht om naar een Nationaal Park in het uiterste zuid-oosten van Polen te vogelen. Hier bevindt zich het drie-landen-punt van Slowakije, Oekraïne en Polen. Met de 2 uur daglicht die ik nog had, besloot ik nu alvast rustig die kant op te rijden. Al slingerend vond ik mijzelf een weg en nam de omgeving en alles wat ik zag goed in mij op. Het landschap was licht heuvelachtig. In sommige gebieden lag flinke sneeuw. Qua temperatuur was het continu rond de 0 tot 4 graden. Om 1520 begint het al echt goed donker te worden en om 15.30 is het licht echt wel uit.

 

Rond 19.00 kwam ik aan in het gebied waar ik de volgende dag wilde ronddwalen. In het donker maakte ik een kleine wandeling en ging vervolgens slapen.

 

25 december

Aan het einde van de dag wordt het eerder donker, maar daar en tegen begint de dag ook een uurtje eerder (met licht). Ik had nog een stukje te rijden naar het gebied waar ik uiteindelijk wilde zijn…dat drie-landen-punt. Ik ging dus op tijd, nog in het donker weer op pad.

 

Uiteindelijk kwam ik via het weggetje 897 tussen de dorpjes Przyslup en Smerek. Maar door de sneeuw, en de smalle weg durfde ik het niet echt aan om nog verder te gaan. Hierdoor lukte het niet om bij het drie-landen-punt te komen. Ik ben omgekeerd en heb een ander mooi punt gezocht om te gaan wandelen.


                   



De hele omgeving was mooi. Het deed wel een beetje denken aan de heuvels van Zuid Limburg en dan specifiek het Vijlenerbos. Terwijl ik zo in de sneeuw liep, de heuvels in, had ik werkelijk het idee om bij iedere bocht een Lynx of Wilde Kat tegen te komen. Dat gebeurde niet, maar pootafdrukken van allerlei onbekends kwam ik wel tegen.


 

In dit gebied zag ik groepen van 30 matkoppen en ik vond diverse Kortsnavelboomkruipers. De diversiteit was niet heel ruim. Een handje vol Zwarte Mezen, een paar goudhanen en nog minder Boomklevers. Na een leuke tocht keerde ik terug naar de auto en vervolgde ik mijn route. Ik reed naar Jezioro Solindskie: een groot meren gebied. Het deel dat ik had uitgekozen, was wat toeristisch in die zin dat er (slechts) een handje vol Polen rondwandelde. Scannend over het water zag ik enkele Grote Zaagbekken en een Pontische Meeuw.

 

Het licht nam weer snel af en om 15.45 was het gewoon helemaal donker.

 

26 december 2023

Om 03.45 nam ik plaats achter het stuur (van de auto) en begon aan de rit terug naar Amsterdam van 1400km. Onderweg luisterde ik 3 aflevering van De Nachtzuster, via Spotify.


Ik zag het licht worden en ook weer donker. Het was fijn om lekker op pad te zijn en te zien hoe het daar was, op de grens. Het voelde ook echt als de grens verleggen en verkennen.

Dat gevoel werd nog eens verstrekt door (gewoon) de volgende dag, in alle vroegte, weer te werken en in gesprek te zijn met mensen over hun dagelijkse bezigheden.