Het is alweer 2 november. De vogeltrek komt ten einde. De winterrust gaat z’n intrede doen.
Vorig weekend (26 oktober) was er een mooie afsluiting.
Vrijdagavond bleek een Rotszwaluw op Texel te zijn gaan slapen, geplakt tegen de kerk van Oosterend.
Met de eerste boot gingen we naar het eiland en nog in het donker nam iedereen z’n positie in bij de bewuste kerk. Dat de vogel er inderdaad sliep bleek; met de warmtebeeldcamera van Donny was een (witte) lichtbron te zien, tegen de (koude) muur aan.
Met het opkomen van de zon werd de donkere vlek herkenbaar als vogel en groeide uit van zwaluw naar Rotszwaluw. Na een heleboel rek en strek oefeningen koos de vogel het luchtruim en scheerde door het dorp heen, vlak over de hoofden van alle vogelaars.
Maar dat was vorige week…
Deze zaterdag deed Donny een excursie: vuurgoudhaan voor beginners. Ik nam positie in op de Hondsbossche Zeewering. In de lucht was het rustig. Een Sneeuwgors vloog naar noord en een Strandleeuwerik passeerde in tegengestelde richting.
Via de app werd het nieuws verspreid dat er bij Scheveningen een JvG vloog, sterk lijkend op Bruine Gent. Ik koos ervoor m’n spulletje bijelkaar te rapen en richting het zuiden te rijden.
De eersterling was inmiddels uitbeeld, waardoor ik ervoor koos naar de Noord Pier te gaan bij Wijk aan Zee. Even heb ik hier over zee gekeken. Vervolgens ging ik struinend door de duinen en bossages van Tata Steel.
Donny meldde zich; de excursie die hij verzorgde zat erop. We hadden met Toy en Maartje afgesproken om ‘s avonds te gaan eten. Vanuit Wijk aan Zee reed ik naar Breukelen en vanaf daar gingen we verder zuidwaarts.
We wilde de laatste uurtje nog leuk benutten. In een bos nabij Nuenen gingen we opzoek naar Inktviszam, nadat de eerste poging (30 minuten daarvoor) mislukt was, in een stadspark van Eindhoven.
Nuenen lukte, wel door te zoeken met focus. Dat was ook echt nodig, want je keek zo over die Inktvis zwam en z'n eieren heen.
Iets over zessen waren we in Uden en maakten er een gezellige avond van tot een uurtje of 01.00.
4,5u later ging de wekker. Toy en Maartje sliepen door. Wij kleedden ons aan en togen naar de Eyser (dorp) Karstraat. We hadden het plannetje bedacht om iets van Kraanvogeltrek mee te maken. Volgens “de berichten” zou zondag hiervoor een topdag worden.
Hoe verder we Limburg inreden, hoe mistiger het werd. Dichtbij de Karstraat besloten we even iets anders te gaan doen, in afwachting van opklaringen. Waar wij reden zag je echt geen hand voor ogen. Nog dichterbij de Karstraat leek het echter opgeklaard te zijn, waardoor we toch even een kijkje gingen nemen. Er was echter nul-komma-nul zicht.
We gingen dus toch maar iets anders doen en reden naar horecagelegenheid Buitenlust bij Vijlen. Hier zetten we de auto neer, met het idee om het bos in te lopen. Door het prachtige uitzicht, met opkomende zon en laaghangende mist in het dal, keken we even voor ons uit.
Al snel viel ons op dat groepen Houtduiven zowel ten oosten als ten westen langsvlogen, van noord naar zuid. Donny pakte de scoop erbij en we maakten een telplannetje. Al snel lagen alle spullen om ons heen: notitieboekje, pennen, tikkers, opname en geluidsapparatuur, stoeltje.
Deze toevallige alternatieve plek, bleek een schot in de roos te worden. In 4 uur tijd zagen we meer dan 10.000 Houtduiven verspreid over soms mooie compacte groepen. Even zo spectaculair en eigenlijk nog wel meer, waren de Kepen. Als lange eindeloze sliert, maar ook als deken van vogels trokken die langs eindigend met een totaal van iets minder dan 10.000 exemplaar.
Rond 1130 zakte het in en ruimden onze spullen op; er was namelijk meer te doen. In Gulpen kochten we croissants en 1-persoons vlaaien. Met deze lekkernijen reden we richting de Karstraat en kozen hier, op advies van Frank, voor een plek met iets meer zicht op het westen. Eenmaal hier aangekomen maakte we het ons gemakkelijk: de relaxte stoeltjes klapten we uit, de telescopen kregen hun plekje en de lunch werd over de grond verspreid. Ook het notitieboekje, de tikkers en pennen kwamen weer te voorschijn.
We moesten even wennen aan de locatie: voor ons stond een (lage) bomen rij en achter ons een bos. Op meerdere manieren blokkeerde dat ons (ver) zicht. Maar naar West en Oost was het perfect. Flexibel als we zijn, gaven we het een kans en uiteindelijk bleven we tevreden 5 uur staan.
We knabbelden wat van de croissant, vlaai en meegebrachte Chips. Zangvogels vlogen er niet. Gewoon nul komma nul.
We moesten het hebben van Houtduiven, Buizerd en Kraanvogels.
De motivatie zat ‘m echt in de hoop, de verrassing en het onverwachte. Uiteindelijk leverde die combinatie iets minder dan 500 kraantjes op, verdeeld over een groep van 217 exemplaar en kleinere combinatie van in de 70 tot 30 tallen en een enkel paartje.
Toen het eenmaal donker was reden we nog even naar Vaals om wat bosjes te checken op muizen. Ik denk dat dit de 4e of 5e keer was. Weer leverde het alleen het gebruikelijke op…alhoewel Dwergmuisjes wel nieuw voor mij waren.