maandag 23 januari 2023

Ijmuiden - 21 januari 2022

De wekker ging om 07.15uur. De komende weken is het nog te donker om heel vroeg op pad te gaan, waardoor dit nog een prima tijd is om de ogen te openen. Daarbij komt dat Donny en ik vandaag niet al te ver zouden rijden.

Ik volgende m'n snelle ochtend-routine en liep om 07.35 naar de lift, die toegang geeft tot de garage. Ik verlaat het huis eigenlijk altijd op mn slippers, in korte broek en T-shirt. Eenmaal bij de auto kleed ik me om in m'n "vogel-kloffie". Ditmaal doe ik in de garage zelfs al m'n schoenen aan. Normaal gesproken rijd ik het liefst met m'n slippers aan en verwissel dat op de plaats van bestemming. Donny komt me echter ophalen en met zijn auto zullen we verder rijden naar Ijmuiden.

Bepakt en bezakt loop ik de garage uit en ga alvast langs de kant van de weg staan. Rugzak mee, Statief mee, boodschappen tas bij me met hierin wat versnaperingen en "de team mok" (m'n nieuwe drinkbeker voor de lekkere warme of koude drank).

Donny komt goedgehumeurd om 07.45 aanrijden. Ik gooi m'n spullen achterin de wagen en een minuutje later zitten we alweer op de A10 richting het zuiden en door naar Haarlem, richting Beverwijk / Ijmuiden.

Rond 08.15 parkeren we en verzamelen onze spullen: verrekijker, camera, geluidsapparatuur. Via het haventerrein lopen we naar de (grote) vuurtoren. Onderweg zien we wat Vinken en Huismussen. 

Onderaan de vuurtoren ligt een bunker. Deze gaan we even in om te checken op leuk "overwinterend spul". We kruipen door de bossage om bij de toegangsdeur te komen, die daarachter verscholen ligt. Gebukt passen we net door de metalen deur en moeten ons laag houden, vanwege de ruimte die (denk ik) 1,30 hoog is. 

Ik ben voor weinig bang, maar spinnen...hoe klein ook... vind ik echt niet fijn. Donny waarschuwt me nog dat ik beter niet door kan gaan of niet moet kijken: "want het stikt van die grote kruipers". Maar een overwinterende Dagpauwoog, die Donny inmiddels al gevonden had, wil ik toch ook echt wel zien. Deze held "zet dus door" en overwint z'n angst 😖😉.

Met deze eerste bunker die we checken zullen er nog veel meer volgen. Maar eerst lopen we via het haventerrein en de jachthaven richting de Zuidpier. In de jachthaven staan we even stil bij een leuk groepje vrolijke Huismussen. Verrassend genoeg zien we hiertussen opeens een man Zwartkop zitten. De mussen vliegen als groepje richting de horecagelegenheden, de Zwartkop blijft in het helm zitten langs de basaltblokken.

Iets verderop, weer tussen het helm langs de basaltblokken van de jachthaven, zit een man en vrouw Roodborsttapuit. 

We gaan de Zuidpier op. Op zee is het nog behoorlijk mistig. In het begin van onze wandeling is het zicht een meter of 200-300. Later, richting het einde van de Zuidpier klaar het toch al behoorlijk op. Vlakbij het hek dat op de Zuidpier staat, zien we een Drieteenmeeuw liggen. Hij is vers dood; niet stijf, het oog is nog helder en punt gaaf. Donny verstopt 'm, zodat we deze op de terugweg kunnen meenemen.

Op en langs de pier zien we eigenlijk geen enkele meeuw. Daarentegen zien we een aardige groep van 23 Paarse Strandlopers. Op zee zien we 5 Zwarte Zee-eenden dobberen, er vliegen Smienten rond en verder zien we wat Futen en Aalscholvers (die al weer hun broedkleed hebben aangetrokken).

We lopen terug richting het strand en pikken de Drieteenmeeuw mee. Via de jonge duintjes lopen we het strand af. Donny wijst mij op een zeldzaam mosje, die hij een week hiervoor al had gevonden: "Zuidelijke citroenkorst". Het bevindt zich op de stenen "ombouw" van een betaalautomaat. Het zijn zeer kleine (maar dan ook echt heel klein) oranje/geel -achtige stipjes. Op dezelfde stenen ombouw groeit Dik geleimos.

We lopen over de parkeerplaats en zien bij het hotel nog een Zwarte roodstaart. Eenmaal bij de auto aangekomen bergen we de Drienteenmeeuw op en nemen een kop thee, met wat lekkers erbij. 

Ik schrijf dit allemaal snel en eenvoudig op. Maar ondertussen is het al een uurtje of 13.00 en zijn we al een goede 5 uur oppad: de tijd vliegt. Inmiddels is de lucht blauw en schijnt het zonnetje heerlijk. Het is windstil. 

Vanochtend hadden we een eerste voorproefje genomen door een bunker in te gaan. De rest van de middag bezoeken we er nog veel meer. Avontuurlijk is dit zeker! Soms moeten we een bunker op klimmen, de andere keer kruipen we op onze knieën door het zand om binnen te komen. Gelukkig hebben we hoofd- en zaklampen bij ons, want het is aarde donker.

Voor mij is het de eerste keer dat ik overwinterende Vleermuizen zie. In 1 bunker zijn het zelfs 9 Watervleermuizen die bijelkaar hangen. Echt heel erg leuk om mee te maken. Ze hangen in een soort van pijp, waar water doorheen druppelt. Het heeft iets mysterieus: we staan gebukt in een aarde donkere ruimte, onder de grond, te staren naar een buis in het plafond met onze lampjes. En ondertussen hoor je het gedruppel van het water, echoën in de ruimte.

In totaal hebben we in de diverse bunkers 12 Dagpauwogen, 2 Kleine Vossen, 13 Roesjes en 12 Watervleermuizen kunnen zien.

Hierna maken we nog een wandeling langs het Kennemermeer en zien enkele Vuurgoudhanen, Goudhaantjes, een Sperwer en Tjiftjaf. Een schuwe Vos kruist nog ons pad en vervolgd snel, rennend door de plassen, zijn weg.

Als we bij de auto aankomen is het inmiddels donker aan het worden. We rijden via Spaarnwoude en Halfweg terug naar Amsterdam. We hadden deze route-touristique gekozen in de hoop om een (Veld)uil tegen te komen; you never know... 😃. Leuk genoeg lukt het ons nog ook; een Ransuil vliegt voor onze auto langs.

Eenmaal thuis gekomen doen we wat boodschapjes en gaan daarna lekker aan de slag in de keuken.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten