maandag 13 maart 2023

Missie Mos in Drente

Vorig jaar hadden we naast vogelskijken veel geleerd over Libellen. Met het boek erbij en behoorlijk wat tijd investeren in het veld, kwamen we er wel uit. Hierdoor kwam ik op veel leuke nieuwe plekjes en mooie gebieden. Maar dat doe je hoog zomer...

Deze winter krijgen mossen en kortsmossen wat verdiende aandacht. 

De eerste (zeeeeeer, met 6 e's) zeldzaamheid was overigens midden in de zomer: het Ruig Pruikspijkertje. Op m'n verjaardag waren we op slangen-missie en maakte hier tevens een wandeling langs werkelijk vele eeuwen oude eiken (Wodan-eiken). En op deze eiken groeit het Ruig Pruikspijkertje. Met het oog haast niet te zien, maar met een loepje geeft ie z'n vorm prijs.

Inmiddels hebben we leuke soorten als Kalkcitroenkorts, Duinkronkelbladmos en Kalksmaltandmos gezien in het duin bij Noordwijk. Gewoon bij Hilversum, op een eeuwen oude steen, zag ik Hunebedbisschopsmuts en groeide hier vlakbij, op een houten paal het Geel Boerenkoolmos. Maar ook in Limburg hebben we al veel leuks weten te verzamelen: laatst nog allerlei soorten bij de Hoge Fronten te Maastricht en een paar weken daarvoor Kalkschriftmos en Roze Kalkporie bij de Sint Pietersberg

Zaterdag 11 maart hadden we bestempeld als "missie mos in Drenthe"


Door waarneming.nl goed uit te pluizen was er een leuke route ontstaan, langs allemaal locaties met zeldzame mosjes en korstmossen.

We begonnen de dag met zonsopkomst bij telpost Ketelbrug / Kamperhoek. Nog in de avond ervoor waaide het hard, sneeuwde het en was het aan het vriezen. De dag begon echter aangenaam en vriendelijk. Het was helder; de zon scheen al snel volop, er stond een aangenaam windje vanuit het westen en het was een graad of 6. Vroeg in maart kan het op de Kamperhoek vaak onaangenaam koud zijn, doordat je volledig open staat, wind vrij spel heeft en vanaf het koude water waait. 6 graden, kan dan vaak aanvoelen als vriezend koud. Nu was dat zeker niet het geval.

Donny en ik hebben hier tot 12uur gestaan. Ondanks dat je continu op 1 plek staat, vliegt de tijd werkelijk voorbij. In de 5 uur dat we hier  stonden, kwamen er zo'n 12.000 individuele vogels langs, verdeeld over 52 soorten. Een hoogte punt vond ik toch wel het enorme aantal Grote Lijsters. We konden zelfs een (voorjaars) telpostrecord neerzetten: 257 exemplaar kwamen er langs soms in groepen van 30 en 20 tegelijk.

Maar we hadden grotere plannen...onze "missie mos".


Lobjesvingermos: De eerste stop was bij het station van Meppel. Hier staan meerdere bomen en op 1 daarvan groeit Lobjesvingermos. Daar stonden we dan...op het stationsplein met onze neus tegen aan boomstam aangedrukt, loepje in de ene hand en camera in de andere.

Begraafplaats Hoogeveen: Vervolgens reden we naar Hoogeveen. Hier gingen we naar een begraafplaats toe. Bij het uitstappen van de auto zag Donny direct een nieuwe soort voor mij: Rhododendronknopvreter. Dit is een schimmel op dode knoppen van Rohdodendron, die verspreid wordt door een cicade.

Met behulp van gps en bewapend met foto's liepen we de over begraafplaats Op deze manier bezochten we 3 graven, die ons Donkere Citroenkorst, Opgerold Smaragdsteeltje en Bleek Dijkzonnetje opleverden. Het Bleek Dijkzonnetje was alleen te zien als je door een loepje keek. Dan pas zag je goed de structuur en de werkelijk oranje-achtige kleur. Het Opgerold Smaragsteeltje is gewoon een schattig, heel licht groen mosje en de Donkere Citroenkorst is een witte vlek, die iets donkerder is dan de overige witte vlekken.


We vervolgden onze route naar een locatie iets ten noorden van Hoogeveen. Hier hebben we gezocht naar Muurzwelmos. We dachten het gevonden te hebben, maar op basis van foto's werd dit gecorrigeerd naar Gewoon Geleimos.

Bruin Boomspijkertje: Waar we wel goed mee zaten, was het Bruin Boomspijkertje. Iets ten zuiden van Norg staat langs de doorgaande weg een restaurant. Naast de parkeerplaats staat een Eik, waar voor een groot deel de bast van weg is en je tegen de schors aankijkt. Hierop groeit het Bruin Boomspijkertje. Het zijn zeer zeer kleine "haartjes", met een knopje erop. Met het oog is het te zien, maar pas met een loepje zie je het bruinige knopje.



Al met al waren we heerlijk bezig. We reden door besneeuwde landschappen, kwamen op verrassende locaties en als we zochten, moesten we heel gedetailleerd kijken.

Gewoon Appelmos: De soort van onze "missie mos" die van te voren tot de verbeelding sprake was het Gewoon Appelmos. Het klinkt lekker gewoontjes, maar is zeer zeeeeeeer (toch wel 7 e's) zeldzaam. Als je opzoekt waar en hoe het groeit, dan krijg je daar toch gewoon meteen warme gevoelens bij 😊: enkel op steile noordwest- of noordoostkanten van houtwallen, die voor minder dan de helft begroeid zijn met schrale grassen en mos. Let bijvoorbeeld op Gewone Eikvaren en dicht Havikskruid op de noordzijde. Ga daar maar eens aanstaan!

Voor ons was de zoektocht iets minder complex. We gingen opzoek naar Gewoon Appelmos, dat al gevonden was. Het bracht ons wel natuurlijk naar wallen, waarvan de steile kant op het noordoosten lag en voor de helft was begroeid met schrale grassen en mos.

Dit was het resultaat:


Hunnebed D28 en D29: "missie mos" in Drenthe was eigenlijk ontstaan doordat ik opzoek was naar een interessante nieuwe Hunnebed. Eind december hadden we Hunnebed D8 bezocht voor Hunnebedmuisjesmos. Ditmaal was ik gewoon een beetje waarneming.nl aan het afspreuren voor wat zeldzaams op een andere steen, uit ver vervlogen tijden. Zo kwam ik uit op Hunnebed D28 en D29. Hier groeit namelijk Zwart Bruinschildmos...en die wil je niet missen. Hier was een mooie combinatie te maken, van allerlei leuke andere soorten mossen en korstmossen. Eigenlijk was Hunnebed D28 en D29 het hoofddoel, maar werd het bijna wat ondergeschikt aan al het andere interessants dat we op onze route zouden tegenkomen.

Met onze trektelling op de Kamperhoek vanaf de vroege ochtend en al onze andere waardevolle tussenstops onderweg, kwamen we rond 17.15 aan bij de Hunnebedden. Deze liggen langs de Buinerstraat. In voorbereiden ben ik best wel goed. Maar ik had eigenlijk niet gekeken waar die Hunnebedden lagen. Op basis van de vorige ervaring met D8, had ik verwacht een bos in te moeten. Daardoor reed ik gewoon straal voorbij D28 en D29. Ze bleken werkelijk pal langs de doorgaande weg te liggen, tussen wat akkers. Alleen een modderig pad van een meter of 200 scheidt ze van de doorgaande weg.

Het Zwart Bruinschildmos was snel gevonden. Niet weggemoffeld ofzo, maar vrij op het steen valt z'n donkere kleur en ronde vorm op, tussen de meer lichtere kleuren die 1 geheel lijken te vormen.

Terwijl ik dit schrijf, zit ik na te denken over een zin van Cruijff: "je gaat het pas zien, als je het door hebt". Zo werkt dat met heel veel dingen. Vogels, Libellen en (korts)mossen. Bij zo'n Hunnebed sta je te kijken naar een steen. Pas als je het door hebt ga je verschillende structuren zien, kleur afwijkingen, gladde vormen en ruwe oppervlakten: Verstopschildmos, Glanzend Steenschildmos, Rossig Schriftmos.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten